Uitdoen van de lenzen
1. Was je handen
Herhaal stap 1 en was je handen grondig voordat je begint met het uitdoen van je lenzen.
2. Trek je bovenste ooglid omhoog
Met je middelvinger trek je voorzichtig je bovenste ooglid omhoog, weg van de lens. Dit geeft je meer ruimte en voorkomt dat de lens vast komt te zitten.
3. Knijp de lens voorzichtig samen
Gebruik je duim en wijsvinger om de lens voorzichtig samen te knijpen. Wees voorzichtig om de lens niet te hard vast te pakken om beschadiging te voorkomen.
4. Verwijder de lens
Trek voorzichtig de lens van je oog af met een lichte neerwaartse beweging. Plaats de lens in de palm van je hand of in de lenshouder, afhankelijk van de aanbevelingen van de fabrikant.
5. Herhaal het proces voor de andere lens
Herhaal stap 2 tot 4 voor de andere lens en zorg ervoor dat je de lenzen apart houdt om verwisseling te voorkomen.